De raves van KopjeK zijn al tien jaar berucht in Groningen
“Als je iemand tegenkwam op school die je dat weekend had ontmoet, gaf je elkaar een klein knikje als blijk van herkenning, maar verder niets. Niemand mocht het weten.”
Een verlaten boerderij in een klein dorpje, inclusief gigantisch terrein, jacuzzi en leegstaand zwembad, waar een grote groep jongeren met knaldrang precies kan doen wat ze willen. Dat klinkt als de nachtmerrie van iedereen met greintje verantwoordelijkheidsgevoel. Maar voor Pascal Rakers en Gerard Hulshof was dit het startpunt van tien jaar lang house- en technofeesten en -festivals organiseren onder de naam KopjeK, in en rondom Groningen. Vrijdag vieren ze, op een vooralsnog geheime locatie, hun tiende verjaardag.
In die tien jaar is er, surprise surprise, veel gebeurd. In korte tijd groeide KopjeK (KusopjeKut, een naam die nu, niet geheel onbegrijpelijk, wordt afgekort) uit tot een begrip in de stad. Vooral de gestoorde verkleedfeestjes en onverwachte raves onder viaducten, in een zwembad, een park of bijvoorbeeld in een verlaten ijshockeystadion werden berucht onder de jonge bewoners in de stad. De locaties waren vaak tot het laatste moment geheim, dus er was wel bekend dat er massaal ontspoord kon worden, maar het was de hele week gissen waar dat dan zou zijn.
Lang ging dat goed, tot de organisatie eind vorig jaar een enorme klap te verwerken kreeg. Gerard, een van de oprichters en het creatieve brein achter de feesten, overleed in december op 36 jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Nu, ongeveer een half jaar later, is de handdoek duidelijk niet in de ring gegooid: vandaag wordt er ouderwets uitgepakt voor hun tiende verjaardag. Ik stapte in de auto naar Groningen om met Pascal (37) en programmeur en vaste dj Tjade de Vries (25) te praten over het afgelopen decennium.
VICE: Leuk, feestjes in een boerderij, maar wanneer dachten jullie: dit kan weleens serieus gaan worden?
Pascal Rakers: Eigenlijk was het de eerste jaren complete chaos. Rond ons afstuderen pakten we het pas serieus aan, toen ging het van feestjes organiseren in Groningen naar eigen programma’s hosten op festivals. Vanaf daar werd het serieuzer. Ik heb toen, na vier jaar, een boek gekocht: Hoe organiseer je een festival?
Maar het begon met chaos.
Pascal: De eerste editie is daar nog steeds het beste voorbeeld van. Ik heb geloof ik nog opnames waarin wordt omgeroepen of er nog iemand een extra broek bij zich heeft, omdat iemand in een vijver was gevallen. Het was in een boerderij, en waarschijnlijk hebben de mensen vanaf de snelweg de politie gebeld, omdat er zo veel lawaai was.
Tjade de Vries: ik vond laatst foto’s van een van onze feesten in een kraakpand, en ik kon niet geloven dat die echt waren. Het is echt idioot hoe mensen zich toen lieten fotograferen. Het is zeer geheim waar ik die foto’s heb opgeslagen, omdat er in een klap carrières kunnen sneuvelen: chirurgen en mensen uit de Tweede Kamer, zwaar aan de ketamine.
Als feesten organiseren niet meer lukt, kun je altijd nog mensen gaan afpersen.
Tjade: Er zijn nog genoeg verhalen en beelden van de busreizen die we organiseerden naar Berlijn. Ik weet nog dat Pascal mij daar, nadat ik het twee keer donker had zien worden, voorstelde aan een organisator die Coco Berlin heette, en ik me toen pas weer herinnerde dat ik in Berlijn was. Ik kan niet ouder zijn geweest dan zeventien.
Pascal: Ja, we waren de grens nog niet over of iedereen was er al helemaal aan.
Tjade: Toen was het nog rock-‘n-roll.
Het klinkt alsof je daarnaar terugverlangt.
Tjade: Soms wel. We schieten heus nog wel uit, hoor. Alleen niet in the picture. In elk geval niet in Groningen. Het groepje geïnteresseerden was veel kleiner toen we begonnen. We gaven feesten voor ongeveer vijfhonderd man, die allemaal als ongeschreven regel hadden dat er de rest van de week niet meer over werd gepraat. Als je iemand tegenkwam op school die je dat weekend had ontmoet gaf je elkaar een klein knikje als blijk van herkenning, maar verder niets. Niemand mocht het weten.
Een soort Fight Club.
Tjade: Haast wel. Mensen dachten: als je naar dat soort feestjes gaat, ben je of drugsdealer, of drugsverslaafd. Terwijl je nu op je maandagochtend prima kunt vertellen hoeveel pillen je hebt geslikt.
Tjade: Het feestaanbod is enorm gegroeid, en daardoor ook de acceptatie. Als wij ons e-mailadres voor de kaartverkoop op Hyves hadden gezet, waren we binnen vijf minuten uitverkocht omdat mensen hunkerden om een keer per maand naar een leuk feestje te gaan. Nu kun je elk weekend leuke dingen doen. Ik denk dat er in andere steden soms met jaloezie gekeken wordt naar hoe goed techno- en housefeesten het doen in Groningen. Wat is het geheim hier, denken jullie?
Tjade: Er zijn hier gewoon fucking veel studenten die constant willen gaan. Het ligt denk ik ook aan de instelling van de mensen: iedereen wil samenwerken. Dat moet ook wel, want we delen dezelfde groep bezoekers. We hangen regelmatig met andere organisaties aan de lijn om te vragen naar programmering, zodat we rekening kunnen houden met elkaar.
Wat zijn de hoogtepunten in tien jaar?
Tjade: Ik denk ons Warehouse festival, in het gebouw waar vroeger Dagblad van het Noorden werd gedrukt. Daar kwamen bijna vierduizend mensen op af, zonder dat we concessies hoefden te doen in de line-up – we hebben toen Lena Willikens geboekt, en Dollkraut, muziek waarvan wij niet zeker wisten of het wel zou kunnen in Groningen. Dat is de bevestiging waar wij naar op zoek waren: je kunt heel veel mooie dingen doen in de stad.
Vorig jaar overleed jullie vriend en medeoprichter Gerard. Wat was hij voor iemand?
Pascal: Hij is de man met wie ik het uiteindelijk allemaal ben begonnen. Een hele creatieve, warme man. De hele stad kende hem, en hij was altijd overal om je een grote, natte, kleffe knuffel te geven – het was best een forse gast. Op organisatorisch vlak hadden we helemaal niets aan hem, maar op creatief gebied was hij degene om wie het draaide.
Tjade: Hij was de man bij wie een idee begon. Alles was heel ruw, maar we konden er altijd wat mee. Als we een vette locatie hadden gevonden kwam hij gelijk met een paar opties wat we er mee konden.
Wat is er precies gebeurd?
Pascal: Hij begon uit het niets enorm af te vallen, en eigenlijk was iedereen blij voor hem, het leek heel goed te gaan. Tot het zo heftig was dat we het er met z’n allen over eens waren dat hij naar de dokter moest. Hij zei dat-ie zou gaan. Later kreeg ik een bericht van zijn zus, die me vroeg wat er met Gerard aan de hand was. Bleek dat-ie helemaal niet naar de dokter was gegaan. Ik heb hem toen meteen gebracht. Vier weken daarna is hij overleden.
Tjade: Je zou denken dat je eerste reactie is om ermee te kappen. Maar daar kom je ook weer overheen, door in plaats van gas terug te nemen juist extra hard te werken. Al zijn vrienden stonden klaar om te helpen en met een hele groep in te vullen wat we misten. Na zijn begrafenis zijn we in plaats van koffie drinken en cake eten keihard gaan feesten. Dat geeft enorme motivatie om door te gaan. We komen er echt wel uit, maar het zal nooit meer hetzelfde zijn. Hij wordt enorm gemist, elke dag.
Zijn jullie al op het punt dat je weer vooruit wil kijken? Willen jullie groeien in de komende tien jaar?
Pascal: We hadden het er toevallig vorige week nog over dat we nooit een langetermijnplanning hebben gehad, dus, tja, groei… nooit echt over nagedacht eigenlijk. Leuke dingen doen is veel belangrijker.
Tjade: Ik denk niet dat we in bezoekersaantallen hoeven te groeien, maar meer groei zien in het ontwikkelen van talent. We zijn bezig met een eigen platenlabel, we willen een mooi platform zijn voor producers. Echt geld verdienen hebben we nog nooit gedaan, en dat zal waarschijnlijk ook nooit gaan gebeuren. Maar dat is goed, zolang we leuke dingen kunnen blijven doen.